regels rondom toetsing
Toetsing vindt plaats in de vorm van schriftelijke en mondelinge overhoringen, proefwerken, werkstukken, verslagen, presentaties, projecten en praktische opdrachten. Naast het toetsen van kennis is er aandacht voor de toetsing van vaardigheden conform de kerndoelen. Toetsing kan formatief of summatief plaatsvinden.
Op deze pagina vindt u
- verschil formatief en summatief toetsen
- toetsbeleid onderbouw
- toetsbeleid bovenbouw
- rapportage resultaten
Formatief en summatief toetsen
Om een leerling te beoordelen maken we gebruik van twee vormen van toetsing, formatieve en summatieve toetsing.
Bij summatief toetsen draait het voornamelijk om slagen of zakken, terwijl het bij formatief toetsen vooral draait om de feedback die de leerling na de toets ontvangt om verder te kunnen groeien.
De onderbouw
In de onderbouw onderscheiden we praktische opdrachten en de volgende toetsen: schriftelijke / mondelinge overhoringen, proefwerken;
Toetsbeleid onderbouw
- Het rapportcijfer per vak en per periode is gebaseerd op minimaal 2 cijfers;
- Elk proefwerk moet minimaal 1 week van tevoren opgegeven worden en wordt in de studiewijzer in Magister genoteerd. In de onderbouw wordt er gewerkt met een proefwerkrooster om de proefwerken zo goed mogelijk te spreiden.
- Twee proefwerken afnemen op een dag is niet mogelijk: een combinatie van 1 proefwerk en 1 (schriftelijke) overhoring mag wel, evenals 2 overhoringen per dag;
- In de schoolweek voor de toetsweek mogen geen proefwerken gegeven worden, wel (schriftelijke of mondelinge) overhoringen;
- Proefwerken, gemist door ziekte of verlof, kunnen uitsluitend ingehaald worden op de vaste inhaalmiddag, vrijdag het 6e en/of het 7e uur in lokaal B5.
- Als een leerling ongeoorloofd absent is tijdens de afname van een toets krijgt de leerling een 1 (één) voor deze toets en mag deze niet worden ingehaald;
- Als een leerling op welke wijze dan ook fraudeert, wordt een 1 toegekend;
- Het maken van herkansingen is in de onderbouw niet mogelijk;
- De praktische opdracht moet zonder uitzondering op de door de docent bepaalde datum ingeleverd Bij het te laat inleveren van een praktische opdracht geldt de standaardregel: 1 punt in mindering per werkdag met een maximum van 5 punten aftrek;
- Bij toetsen is van tevoren de cesuur vastgesteld en deze staat op de toets, in de toetskop, vermeld;
- Proefwerken dienen binnen 10 werkdagen nagekeken te worden en in Magister ingevoerd te zijn. In de toetsweek wordt hiervan niet afgeweken;
- Leerlingen hebben recht op inzage en bespreking van de gemaakte toets.
- Per periode per vak wordt er tenminste één RTTI-toets afgenomen. De uitslag van deze toets wordt meegenomen bij de determinatie aan het einde van leerjaar 2 of zoveel eerder als nodig.
De bovenbouw
Vanaf leerjaar 3 (vmbo) en leerjaar 4 (havo en vwo) vindt toetsing plaats in de vorm van:
- voortgangstoetsen (schriftelijke- /mondelinge -/luistertoetsen)
- examendossiertoetsen (EDT)
- praktische opdrachten
- handelingsdelen
- De toetsen staan beschreven in de pta’s (zie daar)
Toetsbeleid :
In Nederland beschrijft het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) welke examenstof onderdeel is van het schoolexamen, hoe dit getoetst en gewogen wordt en hoeveel procent dit onderdeel meetelt voor het eindexamen. Wij nemen, in tegenstelling tot de reguliere scholen in Nederland, geen schoolexamen af. Toch stellen wij een PTA op. Dat is prettig als leidraad voor de lesstof en het is handig voor leerlingen die naar Nederland gaan. Zo kunnen ontvangende scholen zien wat er bij ons al is getoetst en de meeste scholen nemen die cijfers over voor de berekening van het schoolexamencijfer. Daardoor hoeven onze leerlingen na de overstap geen toetsen in te halen. Het PTA wordt per schooljaar en per vak vastgesteld. Het PTA wordt vastgesteld voor zowel vakken waarvoor een staatsexamen wordt afgenomen, alsmede voor vakken die geen staatsexamen kennen. Het PTA van een vak valt onder de verantwoordelijkheid van de vakdocent. De schoolleider en vakdocenten van het Vespucci College nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag de onderdelen van het PTA af. De PTA’s worden uiterlijk 1 oktober met de leerlingen van de klassen 3/4 mavo, 4/5 havo en 4/5/6 vwo besproken. De PTA‟s worden gepubliceerd op de website van de school. PTA toetsen maken onderdeel uit van het rapportcijfer. Naast PTA toetsen kunnen ook nog andere toetsen worden gegeven.
Toetsbeleid :
Per periode worden tenminste de voorgeschreven PTA toetsen afgenomen, waarvan één in de toetsweek. In de schoolweek voor de toetsweek mag er niet meer getoetst worden. Overhoringen zijn wel toegestaan.
- Per periode mogen er maximaal twee praktische opdrachten per vak worden
- Per vak wordt in iedere toetsweek een toets afgenomen (m.u.v. CKV/LO)
- Bij afname van toetsen en het inleveren van praktische opdrachten en handelingsdelen geldt het
- De praktische opdracht moet zonder uitzondering ingeleverd Bij het te laat inleveren van een praktische opdracht geldt de standaardregel van 1 punt in mindering per werkdag met een maximum van 5 punten aftrek.
- Het inhalen of herkansen van een toets mag alleen plaatsvinden als dit in het PTA staat vermeld, op de vaste inhaal- en Hiervoor wordt een rooster gemaakt.
- Een leerling geeft zich op voor een inhaaltoets of een herkansing door middel van een inhaal- en
- Als een leerling ongeoorloofd absent is tijdens de afname van een toets krijgt de leerling een 1 (één) voor deze toets en mag deze niet worden ingehaald/herkanst;
- Als een leerling op welke wijze dan ook fraudeert, wordt een 1 toegekend;
- In de hele bovenbouw (dus ook de examenklassen) mag er per periode (1 en 2) één toets herkanst worden; uit periode 3 mag geen enkele toets herkanst Welke toets herkansbaar is staat vermeld in het PTA.
- Bij toetsen is van tevoren de cesuur vastgesteld en deze staat op de toets, in de toetskop, vermeld;
- Toetsen dienen binnen 10 werkdagen nagekeken te worden en in Magister ingevoerd te In de toetsweek wordt hiervan niet afgeweken;
- Leerlingen hebben recht op inzage en bespreking van de gemaakte toets.
Rapportage resultaten
Het schooljaar is onderverdeeld in drie perioden. De leerlingen ontvangen driemaal per jaar, telkens aan het einde van een periode, een rapport.
Na het eerste en tweede rapport vinden er gesprekken plaats tussen de ouders/verzorgers en de mentor en/of vakdocenten. Daarnaast zullen er, indien prestaties en/of gedrag daartoe aanleiding geven, tussentijds gesprekken plaatsvinden tussen ouders/verzorgers en de mentor. Dit kan zowel op verzoek van de mentor als op verzoek van de ouders/verzorgers plaatsvinden. De school voert hierbij nadrukkelijk een laagdrempelig beleid.
Aan het einde van periode 2 krijgt de leerling naast het cijferrapport ook het woordrapport. Het woordrapport heeft niet alleen de functie om ouders op de hoogte te brengen van de resultaten van hun kind. Ook het welbevinden en de vorderingen van competenties komen aan bod. Het woordrapport maakt deel uit van een communicatiecyclus waartoe oudergesprekken, cijferrapportages en de inhoud van het leerlingvolgsysteem (Magister) behoren. Het woordrapport wordt toegevoegd aan het cijferrapport van periode 2.
Ouders/verzorgers kunnen de vorderingen van hun kinderen overigens volgen via het leerlingvolgsysteem Magister. Zij krijgen daartoe een inlogcode van de administratie
Aansluiting Nederland
- Aansluiting bij de praktijk van het Nederlandse voortgezet onderwijs heeft, gezien de primaire doelgroep van de school, prioriteit bij de inrichting van ons onderwijs.
Over ons
- Bij ons op school wordt volledig Nederlands onderwijs gegeven volgens de Nederlandse wetgeving. De school is aangesloten bij de Stichting NOB en valt onder het toezicht van de Nederlandse onderwijsinspectie.
Contact Info
- Adres:St.Michielsweg 14 S, Curaçao
- Tel:+5999 888 7227
- Email:info@vespuccicollege.netOpent in je toepassing