Bevorderingsnormen

Algemeen 

De docentenvergadering neemt de beslissing over de bevordering van een leerling in alle leerjaren m.u.v. de examenklassen. Deze docentenvergadering bestaat uit de docenten die lesgeven aan de betreffende leerling en de rector. De schoolresultaten zijn leidend om een leerling te bevorderen of juist te laten doubleren. Het is niet mogelijk om tegen die beslissing bezwaar aan te tekenen.

  • In de besluitvorming omtrent bevordering en determinatie wordt gestreefd naar consensus op basis van argumenten, waarbij het belang van de betreffende leerling te allen tijde voorop staat. Bij het ontbreken van consensus, ook na uitgebreide bespreking, beslist de rector.
  • De docentenvergadering kan alleen een beslissing nemen over bevordering en/of determinatie als een leerling alle toetsen, werkstukken, opdrachten, handelingsdelen d. die naar het oordeel van de betrokken docenten en volgens de studiewijzers of PTA in dat leerjaar afgerond moeten zijn, heeft gemaakt. Zolang de leerling niet aan die eis heeft voldaan, wordt de leerling niet bevorderd.
  • Alle vakken die een leerling in een bepaald leerjaar gevolgd heeft, tellen even zwaar mee bij de beslissingen die genomen worden op het gebied van bevordering en determinatie.
  • Per schooljaar krijgt de leerling drie rapporten, uitgezonderd de examenklassen. Elke rapport bestaat uit cijfers die een weergave zijn van het voortschrijdend gemiddelde, d.w.z. elk rapportcijfer is het gemiddelde van alle werken, hun weging meegenomen, vanaf het begin van het schooljaar.
  • Het Vespucci College kent een tweejarige brugperiode waarin aan het einde van het tweede leerjaar via de bevorderingsnormen beslist wordt over het vervolgtraject. Aan het einde van het eerste leerjaar kan de docentenvergadering wel een advies geven aan leerling en ouders gebaseerd op de ontwikkelingen van de leerling in het eerste leerjaar. In principe blijven de leerlingen gedurende twee jaar in dezelfde klas.
  • In de onderbouw (1ab, 1bc, 2ab, 2bc, 3a, 3b) worden vier rapportcijfers gegeven. De eerste drie rapportcijfers geven het gemiddelde per periode weer. Het vierde rapportcijfer is het overgangscijfer afgerond op hele cijfers. Het schooljaar kent drie rapportperiodes. De wegingsfactoren in klas 1 (1ab, 1bc) per periode zijn respectievelijk 1-2-2. In de overige klassen zijn de wegingsfactoren 1-1-1.
  • In de bovenbouw van de school (3c, 4a, 4b, 4c, 5a, 5b, 6a) worden drie rapporten uitgedeeld waarbij het tot dat moment gemiddelde cijfer vermeld wordt.
  • Als een leerling niet voldoet aan de gestelde bevorderingseisen dan geeft de docentenvergadering het advies: 
    • doubleren in hetzelfde leerjaar op hetzelfde niveau, óf
    • bevordering naar een hoger leerjaar op een lager niveau, óf
    • plaatsing in een hoger leerjaar op hetzelfde niveau, onder bindende voorwaarden, óf
    • naar een andere school op een lager niveau dat wij niet bieden
  • Er is sprake van een voldoende rapport als er maximaal drie tekortpuntenop de eindcijfers van het eindrapport staan, waarbij het aantal onvoldoendes maximaal twee mag zijn.
  • De regeling spreekt van tekortpunt(en). In onderstaand schema ziet u de vertaling van onvoldoende cijfer(s) in tekortpunten(en).

Cijfer onvoldoende 1×5 2×5 3×5 4 3
Tekortpunt(en) 1 2 3 2 3

Per leerjaar:

Leerjaar 1
Klas 1ab (les op vwo/havo niveau)

  • Leerlingen krijgen twee rapporten: één op vwo-niveau en één op havoniveau. Deze cijfers komen tot stand via RTTI analyse.
  • Docentenvergadering adviseert ouders aan het einde van het eerste leerjaar over het vervolgtraject.

Klas 1bc (les op mavo/havo niveau)

  • Leerlingen krijgen twee rapporten: één op mavoniveau en één op havoniveau. Deze cijfers komen tot stand via RTTI analyse.
  • Docentenvergadering adviseert ouders aan het einde van het eerste leerjaar over het vervolgtraject.

Leerjaar 2
Klas 2ab (les op vwo/havo niveau)

  • Leerlingen krijgen twee rapporten: één op vwo-niveau en één op havo niveau. Deze cijfers komen tot stand via RTTI analyse.
  • Bevordering naar een hoger leerjaar op vwo-niveau als het vwo rapport voldoende is. Daarbij mogen er geen tekorten zijn in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde en moet het gemiddelde van de kernvakken een 6,5 zijn. 
  • Bevordering naar een hoger leerjaar op havoniveau als het havo rapport voldoende is. 
  • Bevordering naar een hoger leerjaar op mavoniveau als het havo eindrapport meer dan drie tekortpunten heeft of meer dan twee onvoldoende cijfers. 
  • Bij hoge uitzondering kan een leerling doubleren. Hierover beslist de docentenvergadering. 

Klas 2bc (les op mavo/havo niveau)

  • Leerlingen krijgen twee rapporten: één op mavo niveau en één op havoniveau. Deze cijfers komen tot stand via RTTI analyse. 
  • Bevordering naar een hoger leerjaar op havoniveau als het havo rapport voldoende is. Daarbij mogen er geen tekorten zijn in de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde; en moet het gemiddelde van de kernvakken een 6,5 zijn. 
  • Bevordering naar een hoger leerjaar op mavoniveau als het mavo rapport voldoende is. 
  • Bij hoge uitzondering kan een leerling doubleren. Hierover beslist de docentenvergadering.

Leerjaar 3
Klas 3a (vwo)

  • Bevordering naar een hoger leerjaar op vwo-niveau als het eindrapport voldoende is.
  • Bevordering naar een hoger leerjaar op een havoniveau als het eindrapport meer dan drie tekortpunten heeft of meer dan twee onvoldoende cijfers.
  • Bij hoge uitzondering kan een leerling doubleren. Hierover beslist de docentenvergadering.

Klas 3b (havo)

  • Bevordering naar een hoger leerjaar op havoniveau als het rapport voldoende is. 
  • Bevordering naar een hoger leerjaar op mavoniveau als het eindrapport niet voldoende is. 
    (*Leerlingen die bevorderd worden van havo naar 4 mavo dienen er rekening mee te houden dat er bij een aantal vakken een inhaal programma gevolgd moet worden, dan wel dat sommige vakken niet in het pakket gekozen kunnen worden!)   
  • Bevordering naar een hoger leerjaar op vwo-niveau als het eindrapport gemiddeld op het cijfer 8.0 of hoger uitkomt. Hierbij wordt gerekend met afgeronde cijfers. 
  • Bevordering naar een hoger leerjaar op vwo-niveau als het rapport voldoende is, waarbij het gemiddeld eindcijfer op het eindrapport 7.7 tot 8.0 is en er een bindend advies van de docentenvergadering is. Hierbij wordt gerekend met afgeronde cijfers. 
  • Bij hoge uitzondering kan een leerling doubleren. Hierover beslist de docentenvergadering. 

Klas 3c (mavo)

  • Bevordering naar een hoger leerjaar op mavoniveau als het rapport voldoende is volgens de zak-slaag regeling met uitzondering van de kernvakregeling. 
  • De vakken l.o., ckv en rekenen moeten voor bevordering met een voldoende zijn afgesloten. 
  • Doubleren als het eindrapport onvoldoende is volgens de zak-slaag regeling met uitzondering van de kernvakregeling. 

Leerjaar 4
Klas 4a (vwo)

  • Bevordering naar een hoger leerjaar op vwo-niveau als het rapport voldoende is. Het rapport is voldoende als leerlingen maximaal 1 x een 5 en 1 x een 4 halen, waarvan slechts één tekortpunt in de groep Nederlands, Engels en wiskunde mag zitten en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste een 6,0 bedraagt.
  • Het vak l.o. moeten voor bevordering met een voldoende zijn afgesloten.
  • Overstap naar leerjaar 4 op havoniveau of doubleren in leerjaar 4 op vwo niveau als het eindrapport niet voldoende is.
  • De beslissing doubleren óf overstap naar een lager niveau wordt in overleg tussen leerling, ouders en mentor genomen.

Klas 4b (havo)

  • Bevordering naar een hoger leerjaar op havoniveau als het rapport voldoende is. Het rapport is voldoende als leerlingen maximaal 1 x een 5 en 1 x een 4 halen, waarvan slechts één tekortpunt in de groep Nederlands, Engels en wiskunde mag zitten en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste een 6,0 bedraagt.
  • De vakken ckv en l.o. moeten voor bevordering met een voldoende zijn afgesloten.
  • Overstap naar leerjaar 4 op mavo (*) niveau als het eindrapport meer dan drie tekortpunten heeft of meer dan twee onvoldoende cijfers. (*Leerlingen die overstappen van 4 havo naar 4 mavo dienen er rekening mee te houden dat er bij een aantal vakken een inhaalprogramma gevolgd moet worden, dan wel dat sommige vakken niet in het pakket gekozen kunnen worden!)
  • Doubleren als het eindrapport onvoldoende is (meer dan drie tekortpunten of meer dan twee onvoldoende cijfers).
  • De beslissing doubleren óf overstap naar een lager niveau wordt in overleg tussen leerling, ouders en mentor genomen.

Klas 4c (mavo)

  • Voor deze klas geldt de slaag-/zak regeling van de eindexamens. Zie het examenreglement.

Leerjaar 5
Klas 5a (vwo)

  • Bevordering naar een hoger leerjaar op vwo-niveau als het rapport voldoende is volgens de zak-slaag regeling met uitzondering van de kernvakregeling.
  • De vakken l.o., ckv en rekenen moeten voor bevordering met een voldoende zijn afgesloten.
  • Doubleren als het eindrapport onvoldoende is volgens de zak-slaag regeling met uitzondering van de kernvakregeling.(*Leerlingen die overstappen van 5 vwo naar 5 havo dienen er rekening mee te houden dat er bij een aantal vakken een inhaalprogramma gevolgd moet worden, dan wel dat sommige vakken niet in het pakket gekozen kunnen worden!)
  • De beslissing doubleren óf overstap naar een lager niveau wordt in overleg tussen leerling, ouders en mentor genomen.

Klas 5b (havo)

  • Voor deze klas geldt de slaag-/zak regeling van de eindexamens.
    Zie examenreglement.

Leerjaar 6
Klas 6a (vwo)

  • Voor deze klas geldt de slaag-/zak regeling van de eindexamens.
    Zie examenreglement.

Doorstroom van 4 mavo naar 4 havo

Er zijn aanvullende criteria voor de doorstroom na het examen mavo naar havo 4. Deze criteria zijn geformuleerd om de slagingskans van de leerlingen in het profiel dat zij kiezen zo groot mogelijk te maken. Indien een leerling instroomt in een bepaald profiel zonder te voldoen aan onderstaande criteria, dan wordt officieel vastgelegd dat leerling en ouders hier, tegen het advies van de school in, voor kiezen.

Criteria bij overstap van klas 4 mavo naar klas 4 havo:

  • Het mavo-diploma is behaald
  • De leerling mag alleen vakken op havoniveau kiezen waarin hij/zij op de mavo-examen heeft gedaan. Uitzondering daarop is het vak bedrijfseconomie (be)*. Bedrijfseconomie is een logische keuze bij het profiel Economie & Maatschappij.
  • De afgeronde vakken op mavoniveau zijn doorstroomrelevant voor het havo-profiel.
  • De leerling heeft examen mavo gedaan in een extra vak om de aansluiting aan een havo profiel mogelijk te maken, tenzij bedrijfseconomie wordt gekozen.
  • Het vak wiskunde A mag alleen worden gekozen indien het examen wiskunde op mavoniveau met tenminste een 6 is afgesloten.
  • Het vak wiskunde B mag alleen worden gekozen indien het examen wiskunde op mavoniveau met tenminste een 7 is afgesloten.
  • Het vak natuurkunde mag alleen worden gekozen indien het examen natuurkunde (nask I) op mavoniveau met tenminste een 7 is afgesloten.
  • Het vak scheikunde mag alleen worden gekozen indien het examen scheikunde (nask II) op mavoniveau met tenminste een 6 is afgesloten.

*Bedrijfseconomie is een vak dat pas voor het eerst in havo 4 wordt aangeboden en is dus voor iedereen nieuw.

Doorstroom van 5 havo naar 5 vwo:

Er zijn aanvullende criteria voor de doorstroom na het examen havo naar vwo 5. Deze criteria zijn geformuleerd om de slagingskans van de leerlingen in het profiel dat zij kiezen zo groot mogelijk te maken. Indien een leerling instroomt in een bepaald profiel zonder te voldoen aan onderstaande criteria, dan wordt officieel vastgelegd dat leerling en ouders hier, tegen het advies van de school in, voor kiezen.

De volgende voorwaarden zijn van toepassing:

  • Het havodiploma is behaald.
  • De leerling mag alleen vakken op vwo-niveau kiezen waarin hij/zij op havo-examen heeft gedaan.
  • De leerling heeft op havo-examen gedaan in een extra vak om de aansluiting aan een vwo-profiel mogelijk te maken. 
  • De leerling heeft op havo, naast Engels, examen gedaan in een tweede moderne vreemde taal (Frans, Spaans of Duits), omdat in alle vwo-profielen in het gemeenschappelijk deel een tweede moderne vreemde taal verplicht is.

Revisievergadering

Schoolresultaten zijn altijd leidend bij overgang of zittenblijven, omdat deze cijfers voor alle leerlingen tellen en de overgangsnormen vooraf opgesteld zijn. Soms kan er echter sprake zijn van een ander belang. Ouders kunnen bijvoorbeeld aangeven dat langdurige ziekte in de familie, een sterfgeval of een scheiding binnen het gezin de leerprestaties van de leerling hebben geschaad. Let op: het moet hier nieuwe informatie betreffen. Tijdens deze vergadering heroverwegen de docenten het besluit om een leerling te laten zittenblijven.

Ouders kunnen verzoeken om de leerling te laten bespreken tijdens de revisievergadering. Dit verzoek moet bij de mentor worden ingediend, uiterlijk 16.00 uur op de dag vóór de revisievergadering. U dient dan aan te geven bij de mentor dat de school niet op de hoogte is van bepaalde bijzondere omstandigheden die de leerprestaties in de weg hebben gestaan. De mentor meldt de leerling aan voor revisie en licht in de vergadering de bijzondere omstandigheden toe. Alle docenten van de school zijn daarbij aanwezig. Er wordt na de toelichting anoniem gestemd. Bij een gelijke uitslag beslist de rector. De mentor brengt de ouders op de hoogte van de definitieve beslissing: de leerling blijft dan alsnog zitten of wordt geplaatst in het volgende leerjaar, al dan niet onder bepaalde voorwaarden. De uitslag van de vergadering is bindend en definitief.